Paden voor mensen die voor hun mobiliteit gebruik moeten maken van hulpmiddelen

Veel natuur- en terreinbeheerders zijn bereid om hun gebieden toegankelijk te maken voor mensen die voor hun mobiliteit gebruik moeten maken van hulpmiddelen zoals rolstoelen. Daarmee wordt hen de mogelijkheid geboden om te gaan genieten van buiten, de natuur, het landschap etc. Dat vinden wij zeer te waarderen en juichen wij toe.

Toch blijkt dat ondanks de goede bedoelingen het doel van toegankelijkheid niet altijd wordt bereikt. Dat is dan buitengewoon jammer. Om dat te voorkomen hebben wij de volgende tips, die zijn opgesteld aan de hand van de vele ervaringen van gebruikers van hulpmiddelen. Op deze manier willen wij de terreinbeheerders en natuurorganisaties helpen de geboden faciliteiten nog beter uit te voeren.

Tips bij de aanleg van rolstoelpaden

  • Geef op ruime afstand met duidelijke wegwijzers al in de omgeving aan waar het rolstoelpad is.
  • Voorzie het begin en einde van een rolstoelpad van een straatnaam, huisnummer en postcode zodat speciaal vervoer en hulpdiensten een rolstoelpad aan de hand daarvan kunnen vinden.
  • Laat een rolstoelpad meteen beginnen bij een voor rolstoelgebruikers geschikte parkeerplaats en zorg ervoor dat de weg tussen de parkeerplaats tot aan het rolstoelpad steeds begaanbaar is.
  • Zorg ervoor dat een rolstoelpad niet belemmerd wordt door koeienpoortjes, klaphekken, wildroosters en dergelijke.
  • Breng bij het begin van de rolstoelpadden duidelijke verbodsborden aan zodat gemotoriseerd verkeer, ruiters, fietsers en mountainbikers het duidelijk is dat het o.a. voor hen verboden is van het rolstoelpad gebruik te maken. Indien mogelijk dient hierop toegezien te worden.
  • Indien een rolstoelpad door een gebied gaat waar ook schapen, paarden, koeien of andere dieren aanwezig zijn, geef dit duidelijk aan bij het begin zodat de rolstoelgebruiker weet dat er wellicht mest of keutels op de route liggen waar hij door heen moet rijden.
  • Laat een rolstoelpad bij het begin een bezoekerscentrum, milieu-educatief centrum of een andere faciliteit met een invalidetoilet passeren waarvan voortdurend gebruik kan worden gemaakt door gebruikers van dergelijke hulpmiddelen.
  • Zorg ervoor dat een rolstoelpad voldoende breed is en is uitgevoerd van een hard maar wel waterdoorlatend materiaal waarvan geen residu uitspoelt in de directe omgeving zoals schelpenpaden in voedsel- en/of mineraalarme gebieden.
  • Zorg ervoor dat rolstoelpaden in (stuif-)duingebieden of op stranden met enige regelmaat zandvrij gemaakt worden en van een harde ondergrond zijn voorzien.
  • De harde ondergrond van een rolstoelpad dient zo te zijn uitgevoerd dat bij eventuele langdurige regen of natte periodes water snel wordt afgevoerd zodat het pad weer snel droog is.
  • Een rolstoelpad dient eigenlijk op de volledige route op alle punten snel en gemakkelijk bereikbaar te zijn voor alle soorten hulpdiensten.
  • Indien langs de rolstoelpaden uitkijkpunten, vogelkijkhutten of –kijkschermen aanwezig zijn, zorg er dan voor dat deze eveneens bereikbaar of toegankelijk zijn voor de rolstoelgebruiker met kijkgaten op de ooghoogte van een rolstoelgebruiker.
  • Indien dijkpaden, (knuppel-)bruggen of steigers onderdeel uitmaken van het rolstoelpad dienen deze niet te steil te zijn en dient een voldoende reling aanwezig te zijn waarmee wordt belemmerd dat de rolstoelgebruiker van de dijk, de brug of steiger kan vallen.
  • In geval van informatieborden langs een rolstoelpad dienen deze op zo’n hoogte te worden geplaatst dat ook een rolstoelgebruiker deze gemakkelijk kan lezen.
  • In geval van een netwerk van meerdere elkaar kruisende rolstoelpaden is het aan te bevelen op sommige punten met lage wegwijzers aan te geven waar welke begin- en eindpunten en welke parkeerplaatsen zijn.

Bekijk voor inspiratie onze kaart met toegankelijke natuurgebieden.